De WMO
De Tweede Kamer heeft in februari 2006 het wetsvoorstel Wet Maatschappelijke Ondersteuing (WMO) goedgekeurd. In de WMO zijn meerdere wetten samengevoegd om er voor te zorgen dat er meer samenhang is als een burger ondersteuning nodig heeft. Zo kan men bij één (zorg)loket terecht en is er ondersteuning op maat mogelijk.
Het ontstaan van de WMO is een reactie op een aantal problemen. De AWBZ is anders gebruikt dan ooit bedoeld is, namelijk voor grote onverzekerbare risico’s en voor langdurige zorgvormen. Het beroep op de AWBZ neemt toe en de kosten nemen toe. Verder hebben mensen die zorg nodig hebben vaak te maken met meerdere zorgaanbieders en met verschillende financiers/ financieringsbronnen. Dit maakt het voor de zorgvrager soms moeilijk een goede keuze te maken. En helaas werken niet alle zorgaanbieders even goed als het op samenwerken aankomt.
Er zijn in de WMO een aantal aannames gedaan:
• er moet goed inclusief beleid wordt gevoerd door de overheid;
• de samenleving als geheel neemt zijn verantwoordelijkheid om zelfredzaamheid en participatie te bevorderen van (potentieel) kwetsbare mensen;
• ieder individu neemt zijn eigen verantwoordleijkheid om actief deel te nemen aan zijn/haar omgeving.
Als aan al deze voorwaarden is voldaan zijn er minder individuele en specifieke voorzieningen nodig. Het is de vraag of aan al deze aannames ook werkelijkheid zullen worden. Vooralsnog lijkt het erop dat het kostenaspect het belangrijkste is. In dat geval zullen minder mensen ‘mee kunnen doen’ en zullen er ongetwijfeld ook een aantal mensen in moeilijkheden komen. Hoe gaan we hier mee om? Het is aan de WMO-raad om zich daar mee bezig te houden.
(bron: artikel uit Contactorgaan Febe, 26e jaargang nr 2, mei 2006)